>
.02 > .01 .00 > .99 |
|
>
.02 .02 > .01 |
Grafische vormgeving/techniek
De seconde van Ron van Roon Fontlicenties en de kleine lettertjes Laissez-passer (nieuwe paspoort) ![]() |
>
.05 .04 .03 .02 .02 .01 |
|
>
.05 .03 .03 .01 .01 .01 |
|
>
.01 .00 .99 |
|
>
.02 .01 .00 |
|
>
.98 |
Een aantal ontwerpen van de koninginnezegel, tentoongesteld in het Groninger museum (1999)
Beeldfragmenten uit Skrjabins Visioen
>
1999 > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > |
>
De kleurruimten van Peter Struycken > Al meer dan 30 jaar maakt beeldend kunstenaar Peter Struycken gebruik van de computer om zoals hij zelf zegt complexiteit te beheersen. De computer maakt werelden open die tot voor kort ontoegankelijk waren. > Bij het grote publiek is Peter Struycken vooral bekend geworden door zijn koninginnezegel, maar welbeschouwd vormt de postzegel juist een uitzondering binnen zijn non-figuratieve oeuvre. Het portret is weliswaar een abstractie, een onregelmatig patroon van punten, maar roept onlosmakelijk het beeld op van koningin Beatrix. Toch beweert Struycken dat hij ook met zijn andere werken een beeld van de werkelijkheid geeft. Die visie op de werkelijkheid wordt hoofdzakelijk uitgedrukt in kleurwisselingen en kleurverhoudingen die een voorstelling geven van tijd en ruimte. In kleuren op zich is Struycken niet geïnteresseerd. Onbegrijpelijk vindt hij het dat mensen een vastomlijnde voorkeur voor één bepaalde kleur kunnen hebben. Als je om je heen kijkt zie je nooit de kleur op zichzelf als een abstractie; er zijn altijd nuances, vertelt Struycken. Je kunt misschien op je rug in het zand op Mallorca een toetertje van je handen maken waarbij je een eenkleurig stukje lucht kunt zien, maar het is niet mogelijk om een blikveld te maken dat zuiver eenkleurig is. Dat is ook de meest natuurlijke situatie want een abstractie van het absolute soort is simpelweg niet mogelijk. Ik spiegel me voortdurend aan de realiteit want ik vind dat in de realiteit de kleur op de allermeeslependste en onverwachte manier voorkomt. Maar wil je dat benaderen dan moet je dus altijd denken in gigantische hoeveelheden kleuren. Het beheersbaar maken van in principe oneindig veel kleuren kan alleen maar met de computer. Het is absoluut het enige gereedschap dat het beheersbaar maakt. > Skrjabins Visioen Sinds het begin van de jaren 70 ontwikkelt Struycken programmas waarmee hij transformaties van kleurpatronen laat zien. Gedurende de tijd zijn de programmas complexer en de werken dynamischer geworden: ruimten worden weergegeven door middel van patronen en structuren die eindeloos kunnen doorgaan zonder zichzelf te herhalen. Aanvankelijk waren de beelden statische momentopnamen van een bepaald stadium in het programma, maar later konden de dynamische veranderingen ook daadwerkelijk worden getoond. De overzichtstentoonstelling van Struycken in het Groninger Museum geeft een goed beeld van deze ontwikkeling. Vooral met het meest recente werk op de tentoonstelling, Skrjabins Visioen, wordt in één klap duidelijk wat Struycken in de late jaren 60 bewust of onbewust voor ogen moet hebben gehad. Skrjabins Visioen is Struyckens interpretatie van de kleurpartituur van Skrjabins Prometheus, licht van vuur. De Russische componist was ervan overtuigd dat de kunsten de mens tot een hogere graad van bewustzijn kon brengen en zelfs tot een staat van extase. Om een dergelijke allesoverheersende ervaring te bereiken, componeerde hij naast de muziek ook een afzonderlijke partij voor een kleurenorgel. De techniek was in die tijd echter ontoereikend om het beoogde effect waar te maken. In opdracht van de NPS ontwikkelde Struycken samen met programmeur Daniel Dekkers een dynamische driedimensionale kleurruimte. Door het gebruik van perspectief krijg je als toeschouwer het idee daadwerkelijk door een snel transformerende kleurruimte te reizen. De impact van het tien meter lange scherm in het Groninger Museum doet daar nog eens een schep bovenop. Struycken: Voor mij lag de mogelijkheid om tot een echt werk te komen in de toevoeging van beweging. Ik heb me veel zorgen gemaakt over welke visuele beweging verbonden moest worden aan welke beweging in de muziek. De muziek is onwaarschijnlijk complex in zijn bewegingsontwikkeling. Het is heel turbulente, op de grens van chaotische, muziek. Uit die chaos en turbulentie kiest plotseling de muziek weer richting en komt vervolgens terecht in een nieuwe turbulentie, en kiest weer opnieuw richting. Je kunt de lichtpartij als een soort contrapunt zien ten opzichte van het geluid. Als je kijkt naar het uiteindelijke resultaat dan zijn er maar enkele momenten dat hoorbaar en zichtbaar, gelijktijdige veranderingen optreden. Er zijn allerlei wendingen in de muziek en wendingen in Skrjabins voorschrift over kleurverandering die op zichzelf staan. > Wisselwerking De kleurenpatronen die Struycken ontwikkelt worden niet ingegeven door esthetische overwegingen. Uitgangspunt is een aantal regels en daar horen bepaalde kleuren bij. Voor het Groninger Museum maakte hij ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de nieuwbouw een nieuw kleurenpalet voor de muren van de tentoonstellingsruimten. Het kleurenpalet in het Groninger museum is gebaseerd op kleurverschillen, zegt Struycken. Ik maak een stelsel van verhoudingen en vervolgens zoek ik de kleuren die aan dat stelsel beantwoorden. De kleuren zijn dus de bevestiging van het stelsel. Als ik bijvoorbeeld bepaal dat ik kleuren wil combineren die óf heel licht zijn óf heel donker, dan heb ik duizenden kleuren die aan die regel beantwoorden. Ik kan die regels natuurlijk steeds beperkender aanleggen zodat je theoretisch maar één mogelijkheid overhoudt. Het is het omzetten van een wens in een regel. Ik denk natuurlijk in een bepaalde kleurconstellatie of in een bepaalde verhouding die ik wil bereiken. Ik heb het palet eigenlijk al in mijn hoofd. Niet in termen van kleuren, maar in termen van kleurverschillen en kleurverhoudingen. Als ik zeg: ik wil niet alleen donkere en lichte kleuren, maar ze moeten ook sterk en zwak zijn; dan heb ik daarmee een eis en een voorstelling van kleur. Maar het maakt me dan niet uit of dat dan gelen of blauwen zijn, of oranjes en paarsen. Die zouden in een bepaald geval allebei aan diezelfde voorwaarden kunnen voldoen. Ik ben veel meer geïnteresseerd in de wisselwerking tussen dingen dan in de dingen die de wisselwerking veroorzaken. > Geen toeval Ondanks de complexiteit van zijn werk speelt het toeval volgens Struycken geen enkele rol. Toen ik net begon met programmeren kwam het wel eens voor dat je beelden kreeg waarvan je dacht: zo zou ik het graag willen hebben, maar ik weet niet hoe het tot stand is gekomen. Ik heb er destijds voor gekozen nooit een beeld te gebruiken waarvan ik niet voor 100% wist hoe het tot stand kwam. Daardoor moest ik afzien van een aantal manieren van beelden maken waaraan ik niet ben begonnen omdat ik het domweg niet doorzag. Het voordeel is dat die controle de mogelijkheid biedt om verder te gaan. Als je uitgaat van de onverwachte dingen die uit een programma ontstaan, kun je nooit een volgende stap maken en loopt je onderzoek vast. De enige manier is om het werkelijk precies te weten. De programmas zijn inmiddels zo complex geworden dat er veel tijd gaat zitten in de ontleding. Als ik met de programmeur nu nog in Skrjabins Visioen zou willen grutten, dan hebben we een dag nodig om er achter te komen hoe het zit. Wat vindt Struycken van het feit dat hij vaak de benaming computerkunstenaar krijgt toebedeeld? Ik vind het vrij onnozel. Ik zou er minder moeite mee hebben als ze er meteen aan zouden verbinden waar dat in tot uitdrukking komt. Het wordt altijd aangehaald om aan te geven dat mijn werk rationeel of afstandelijk zou zijn. Dertig jaar geleden was de computer een onheilstuig, maar zo langzamerhand weet iedereen wel dat wat niet in het programma zit ook niet plaatsvindt. Maar de echte voordelen, dat je zoals bij Skrjabins Visioen complexiteit kunt beheersen zoals op geen andere manier denkbaar is. Dat is iets waardoor je zegt: de computer maakt werelden open die tot nu toe ontoegankelijk waren. Het grootste compliment kreeg ik van iemand die over Skrjabins Visioen zei dat hij het absoluut niet associeerde met een computer. Ik heb een paar verzamelaars gehad die dat vanaf het begin zo hebben ervaren. Ze vonden de uitkomsten altijd treffender dan het feit dat het met de computer was gemaakt. Dat heeft me in de loop der jaren veel vertrouwen gegeven dat het stigma van rationaliteit en afstandelijkheid toch voornamelijk zit bij degenen die er op die manier over spreken en dus minder gevoelig zijn voor de werkingen die je met de computer kunt oproepen. > - - - > > > > © Gerard Voshaar 1999 |